Schakel JavaScript in om gebruik te kunnen maken van deze website.
Verdeling gemeenschap
Noorland Juristen Menu

Verdeling gemeenschap

Aansprakelijkheid voor schulden

+
U bent ook tijdens het huwelijk in beginsel alleen aansprakelijk voor schulden die u zelf aangaat. Als u iets koopt bent u aansprakelijk voor de betaling van de koopprijs. Aansprakelijk het woord zegt het al wil zeggen dat u degene bent die kan worden aangesproken voor de nakoming. Een schuldeiser heeft niets te zoeken bij uw Partner. U bent degene die voor die schuld moet worden aangesproken en die in rechte moet worden betrokken. Kosten van de dagelijkse huishouding vormen hier een uitzondering op. Daarvoor zijn beide partners aansprakelijk. Het is afhankelijk van de omstandigheden van het geval wat behoort tot de kosten van de huishouding. Na een echtscheiding verandert dat want dan wordt de andere partner voor 50% aansprakelijk voor schulden waarvoor hij of zij tijdens het huwelijk niet aansprakelijk was.


Verhaal en draagplicht

+
Vervolgens is het wel zo dat de schuldeiser zich mag verhalen op alle goederen van de gemeenschap en daar vallen in principe alle goederen onder. Tot die gemeenschap behoort ook het inkomen van uw partner. Een schuldeiser moet afblijven van privéspullen van de andere partner zoals een erfenis die is verkregen onder een uitsluitingclausule maar mag wel beslag leggen op het loon van de ander of in veel gevallen een uitkering terzake smartengeld. Schulden zijn vrijwel altijd verhaalbaar op de gemeenschap ook al zijn ze voor het huwelijk ontstaan. Schuldeisers kunnen zich dus verhalen op alle zaken van de gemeenschap. Kortom een schuldeiser klopt aan bij de aansprakelijke partij maar na binnenkomst verhaalt hij zich op de spullen van de gemeenschap.

Na het huwelijk moet de gemeenschap worden verdeeld. Voor de omvang is bij gebreke van overeenstemming de datum van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking bepalend. Voor de waarde telt het moment van verdelen. Het uitgangspunt is dat ieder recht heeft op de helft van de gemeenschap maar dat is niet verplicht.

Een probleem is veelal de hypotheek. Zeker tegenwoordig wordt een huis gekocht op basis van twee inkomens en na een echtscheiding wil een bank niet zomaar afscheid nemen van een van die inkomens. De bank is dat ook niet verplicht. U bent samen de schuld aangegaan en u kunt er niet zomaar van af. Dit vergt dan ook vaak overleg met de bank en overredingskracht. Ga er wel voor want het alternatief is het oversluiten van de hypotheek met alle kosten van dien. Ook moeten bij de echtelijke woning de fiscale aspecten goed in de gaten worden gehouden.


Afwikkeling verdeling

+
Het uitgangspunt bij de verdeling is dat alle goederen tot de gemeenschap behoren evenals de schulden. Uitzonderingen zijn doorgaans erfenissen en schenkingen en hoogst persoonlijke vorderingen zoals smartengeld en schadevergoedingen vanwege letsel en die toezien op inkomstenderving na het huwelijk.

Het doel van de verdeling is dat er een optelling komt van alle bezittingen en alle schulden. Het saldo hiervan moet gelijk worden verdeeld.

In het convenant hebben we bij de verdeling een driedeling toegepast:

  • De roerende zaken. Hierbij handelt het echt om de inboedel: de meubels, de stereo, zonnebank, auto etc. Hierbij gaan we er vanuit dat persoonlijke zaken zonder economische waarde niet in de verdeling worden betrokken. Van deze zaken kunt u een lijst maken en iedere zaak kunt u een waarde geven. Uiteindelijk blijkt hieruit hoeveel iedere partij krijgt toebedeeld en het saldo dat iemand krijgt dan de helft moet worden betaald aan de ander.
  • De woning. Het uitgangspunt hierbij is dat deze wordt verkocht of dat deze met de schuld aan een van de partijen wordt toebedeeld. Bij dit laatste kan het ook weer zo zijn dat de een bedrag aan de ander moet betalen. Het uitgangspunt bij de waardering van de woning is de marktwaarde. Bij een discussie hierover is het gebruikelijk een taxateur te benoemen die de waarde bindend vast stelt. Tot het moment van de verkoop of toebedeling geldt doorgaans dat de degene die in de woning verblijft ook de lasten betaalt. Hierbij kan ook een discussie worden gevoerd over een eventueel vergoedingsrecht voor de partij die niet in de woning woont en vanwege de bewoning geen genot heeft of rendement misloopt doordat de woning niet kan worden verkocht.
  • Overige activa zoals de bankrekeningen, verzekeringen en lijfrenten moeten ook worden verdeeld. Bij de waardering geldt doorgaans als uitgangspunt de afkoopwaarde. Ook hierbij kunt u afspreken dat een product door een van de partijen wordt voortgezet of wellicht gesplitst. Uw tussenpersoon zal u daarvan een doorgaans tegenvallend overzicht van kunnen verstrekken en met u de mogelijkheden bespreken. Pensioen dat in loondienst of via een bv wordt opgebouwd valt in principe niet in de gemeenschap maar wordt beheerst door de regels omtrent pensioenverevening.


Verrekening bij huwelijkse voorwaarden

+
Een kenmerk van huwelijkse voorwaarden is dat veel echtparen ze in een ver verleden hebben gemaakt, ze in de kluis hebben gelegd en niemand weet wat er nu precies in staat. Al jaren zorgen huwelijkse voorwaarden dan ook voor zeer ingewikkelde uitspraken en is het afwikkelen van huwelijkse voorwaarden voer voor specialisten. Het gaat dan ook te ver om op de site diepgaand in te gaan op de materie. Toch willen we een paar punten aanstippen. Twijfelt u of heeft u vragen over uw huwelijkse voorwaarden. Aarzel niet en leg ze aan ons voor. Let ook op dat een vordering tot verrekening verjaart vijf jaar na het ontstaan van de vordering.

In vrijwel de meeste gevallen blijkt dat de huwelijkse voorwaarden een variant bevatten van het Amsterdams verrekenbeding. Al decennia lang is dit de meest gebruikte vorm. In de voorwaarden is dan opgenomen dat u als stel jaarlijks ieder naar evenredigheid bijdraagt aan de kosten van de huishouding en alles wat u over houdt van uw inkomen in veel gevallen ook vermogen wordt samengevoegd en verdeeld. Gedachte hierbij was dat u als stel ieder jaar als boekhouder rond de tafel zou gaan zitten en de balans zou worden opgemaakt. Vrijwel niemand deed dat of doet dat. Liefde en rekenen gaan voor de meesten van ons niet samen.

De Hoge Raad heeft al bepaald dat ook periodieke verrekenbedingen aan het einde van de rit moeten worden uitgevoerd. Inmiddels heeft de wetgever de meeste rechtspraak vastgelegd in de wet. Maar ondanks de wettelijke bepalingen is het verrekenbeding specialistenvoer voor juristen, fiscalisten en accountants.

In de meeste huwelijkse voorwaarden zijn doorgaans twee belangrijke bepalingen opgenomen.

Op de eerste plaats de afspraak dat er sprake zal zijn van koude uitsluiting hetgeen betekent dat er geen enkele vorm van gemeenschap zal zijn en op de tweede plaats de afspraak dat bespaarde inkomsten moeten worden verrekend per jaar of aan het einde van het huwelijk. Beide bepalingen hebben geleid tot een keur aan arresten met daaraan verbonden een overvloedige hoeveel opinies over de vraag hoe die arresten zouden moeten worden uitgelegd.


Koude uitsluiting

+
Het is mogelijk dat u een algehele uitsluiting van de gemeenschap heeft afgesproken me of zonder verrekenbeding. Deze koude uitsluiting kan aan het einde van de rit voor een partner inderdaad behoorlijk koud zijn indien blijkt dat er aan zijn of haar zijde geen vermogensvorming heeft plaatsgevonden. Zeker voor de partner die jarenlang heeft geploeterd in de huishouding of aan wieg heeft gestaan van de onderneming is een dergelijke uitkomst bijzonder onredelijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel wordt geprocedeerd om toch een vergoeding te claimen. Inmiddels is tot op zekere hoogte ook uitgekristalliseerd wanneer zo'n vordering kan slagen:

Een ingang naar een vermogensdeling is gevonden met de stelling dat het bestuur over het vermogen aan de ander is overgelaten of dat vermogensoverheveling van de een naar de ander geschiedde op basis van een onderliggende afspraak. Een veelvoorkomend voorbeeld hiervan is dat de een ondernemer is en als asset protection vermogen op naam van de ander zet terwijl hij of zij alle lasten betaalt.

Verder geldt nog als uitgangspunt dat vermogensoverhevelingen in beginsel nominaal moeten worden terug betaald. Een overheveling van € 100,00 moet met € 100 worden terug gegeven. Dit kan weer onredelijk zijn op het moment dat het gaat om de echtelijke woning. De een steekt € 100.000 in de echtelijke woning die op naam van de ander wordt gezet en vervolgens stijgt de waarde nar drie ton. Bij een grote stijging van de waarde kan onder omstandigheden een meer dan nominale vergoeding worden gevraagd. Verder duikt een nieuwe hoofdregel op die stelt dat vermogensoverhevelingen in beginsel moeten worden aangemerkt als nakoming van de verplichting voor minvermogende een oudedagsvoorziening te treffen en er juist weer geen reden is om iets terug te moeten betalen. Dit is een uitgangspunt in de situatie dat de een jarenlang de huishouding doet of meewerkt in het bedrijf en met geld van de ander een huis wordt gekocht en op naam van de minvermogende wordt gesteld. Terugvordering loopt in zo'n geval een grote kans om af te stuiten op het op zich weerlegbar uitgangspunt dat de overheveling is gebeurd op grond van de nakoming van een natuurlijke verbintenis om voor de minvermogende een oudedagsvoorziening te treffen. In een aantal baanbrekende arresten heeft de Hoge Raad dit als per saldo als nieuwe hoofdregel geformuleerd.

Terzake het op naam stellen van een echtelijke woning levert dit de navolgende uitgangspunten op: In beginsel geen terugvordering van de koopsom omdat geldt dat het handelt om een natuurlijk verbintenis. Als er geen sprake is van een natuurlijke verbintenis of geen bijzondere marktomstandigheden hebben gespeeld dan moet nominaal worden terug betaald. Indien er geen natuurlijke verbintenis is en de waardestijging exorbitant is kan meer dan nominaal worden terug gevorderd. Soms kan ook doorlevering worden gevorderd.


Verrekenbedingen

+
In veel verrekenbedingen is bepaald dat inkomen dat niet is gebruikt voor het huishouden, moet worden verrekend. Maar wat is inkomen? Veel verrekenbedingen bevatten een verwijzing naar het inkomensbegrip in de wet op de inkomstenbelasting 1964. Deze wet is inmiddels gewijzigd zodat die oude wet geen maatstaf meer bevat voor zover die ooit houvast heeft geboden. Het inkomensbegrip speelt vooral een rol bij een eigen onderneming. Vuistregel is dat het gaat om inkomen dat normalitair wordt gebruikt om de kosten van de huishouding te betalen. Dit betekent dus dat zakelijke winstreserveringen in de onderneming niet als te verrekenen inkomen wordt beschouwd. Anderzijds geldt weer voor aandelen de regel dat de waarde wel moet worden verrekend als op de aandelen geen winst is uitgekeerd terwijl de vennootschap wel uitkeerbare winst heeft gemaakt, en de aandeelhouder de winst naar eigen inzicht kon uitkeren of in de vennootschap kon houden. We zeiden al dat het ingewikkeld is.

Bepaald is in veel voorwaarden dat alles wat resteert aan inkomen na het betalen van de huishoudelijke kosten moet worden verdeeld. Maar wat als dat niet is gebeurd. Hoe moet nu verrekend worden? De wettelijke regel is thans dat een niet uitgevoerd beding alsnog moet worden uitgevoerd en hierbij de beleggingsleer moet worden gehanteerd. De beleggingsleer wil zegen dat niet het oorspronkelijk spaarbedrag moet worden verrekenend maar het uiteindelijk opgebouwde vermogen dat met gespaard inkomen is opgebouwd.

Misvatting 1


is dat huwelijkse voorwaarden inhouden dat er niets te verdelen of te verrekenen is. Veel huwelijkse voorwaarden beginnen met de mededeling dat er geen enkele vorm van gemeenschap zal zijn. In de daarop volgende bepalingen wordt daar doorgaans flink op afgedongen. Laat u zich niets wijsmaken. Ook al staat het huis op naam van de ander.

Misvatting 2


is dat verrekening hetzelfde is als verdelen. Laat uw huwelijkse voorwaarden na de echtscheiding daarom altijd bekijken door een specialist. Het kan zeer veel geld schelen. U kunt in het kader van de echtscheiding via het convenant ook gewoon afspreken dat u gewoon verdeelt alsof er sprake is van een gemeenschap. In veel gevallen is dat ook niet onredelijk omdat het gros van de huwelijkse voorwaarden primair asset protection als doel hadden. Weet wel dat dit veel geld kan kosten. Het voorbeeld aan het einde van de pagina maakt dit duidelijk.

Tip1;


Een vordering tot verrekening kan worden gedaan in het kader van de echtscheiding maar het hoeft niet. Wel verjaart de vordering na vijf jaar.

Tip2;


In veel huwelijkse voorwaarden staat dat het recht op verrekening vervalt indien dat na een bepaalde periode niet is gebeurd. Het is al jaren vaste jurisprudentie dat ook aan het einde van het huwelijk nog aanspraak kan worden gemaakt op een periodiek verrekenbeding en het recht daarop niet vervalt. In dat geval wordt aan het einde van het huwelijk gekeken naar wat er aan beleggingen is en hoe die zijn gevormd.

Tip3;


de wet verplicht partijen over en weer volledig inzicht te geven in het vermogen dat is gevormd aan beide zijden. Dit is ook opgenomen in veel voorwaarden. Dit kan en moet zo nodig worden afgedwongen via een kort geding. De wet stelt ook een zware sanctie op het niet naleven van deze verplichting. Een verzwegen vermogensbestanddeel ( een bankrekening) valt geheel toe aan de andere partij.

Bij koude uitsluiting wordt toch vaak vermogen op naam van de ander gezet (doorgaans de vrouw). In een dergelijke situatie geldt toch doorgaans dat dit gebeurd vanwege het nakomen van een oudedagsvoorziening.

Mede-eigendom van onroerende zaken geeft recht op een verdeling van 50%. Dit is het uitgangspunt.



Volg ons op Facebook!