Zoeken


Pagina navigatie
[ Verbergen ]
|
Kinderpornografie
Kinderpornografie, of korter kinderporno, is pornografie waarin minderjarigen getoond worden. In de meeste landen is kinderpornografie in vrijwel elke vorm verboden.
Foto's en film- of video-opnames die seksuele activiteiten met minderjarigen tonen zijn in veel landen verboden, hoewel de leeftijd hiervoor van land tot land kan verschillen. Wetgeving varieert onder meer naargelang het soort porno. Een geposeerde naaktfoto zonder daadwerkelijke seksuele activiteit, maar met nadruk op de geslachtsdelen, tekeningen en geschreven materiaal, kinderporno waarbij getoonde personen er jonger uitzien dan 18 jaar (ook al zijn ze in werkelijkheid ouder) en ook virtuele kinderporno (waarbij niet-kinderpornografische beelden op de computer bewerkt worden om er kinderpornografisch uit te zien; zijn bijvoorbeeld in Nederland wel strafbaar, maar in de Verenigde Staten niet).
Voorstanders van een verbod van kinderporno zijn van mening dat kinderporno het risico inhoudt dat het bij mensen interesse voor pedoseksuele handelingen opwekt. Daarnaast speelt de algemene afkeuring van pedofiele gevoelens en gedragingen mee. Tevens zijn voor het produceren van het materiaal kinderen misbruikt, en wie derhalve voor dit materiaal betaalt, beloont dus (indirect) de misbruikers en houdt een systeem van seksuele uitbuiting en misbruik in stand. Tegenstanders zijn van mening dat kinderporno integendeel juist zeer goed kan dienen als bevrediging van pedofiele gevoelens, en op die wijze juist pedoseksuele activiteiten met echte kinderen voorkomt. Ook speelt de wens voor een zo groot mogelijke expressievrijheid een rol.
Foto's en film- of video-opnames die seksuele activiteiten met minderjarigen tonen zijn in veel landen verboden, hoewel de leeftijd hiervoor van land tot land kan verschillen. Wetgeving varieert onder meer naargelang het soort porno. Een geposeerde naaktfoto zonder daadwerkelijke seksuele activiteit, maar met nadruk op de geslachtsdelen, tekeningen en geschreven materiaal, kinderporno waarbij getoonde personen er jonger uitzien dan 18 jaar (ook al zijn ze in werkelijkheid ouder) en ook virtuele kinderporno (waarbij niet-kinderpornografische beelden op de computer bewerkt worden om er kinderpornografisch uit te zien; zijn bijvoorbeeld in Nederland wel strafbaar, maar in de Verenigde Staten niet).
Voorstanders van een verbod van kinderporno zijn van mening dat kinderporno het risico inhoudt dat het bij mensen interesse voor pedoseksuele handelingen opwekt. Daarnaast speelt de algemene afkeuring van pedofiele gevoelens en gedragingen mee. Tevens zijn voor het produceren van het materiaal kinderen misbruikt, en wie derhalve voor dit materiaal betaalt, beloont dus (indirect) de misbruikers en houdt een systeem van seksuele uitbuiting en misbruik in stand. Tegenstanders zijn van mening dat kinderporno integendeel juist zeer goed kan dienen als bevrediging van pedofiele gevoelens, en op die wijze juist pedoseksuele activiteiten met echte kinderen voorkomt. Ook speelt de wens voor een zo groot mogelijke expressievrijheid een rol.
Wetgeving in Nederland
+
In het Nederlandse Wetboek van Strafrecht luidt artikel 240b:
De afbeeldingen zijn echte foto's of films, of afbeeldingen die dat lijken te zijn maar in werkelijkheid gemanipuleerd zijn (het gaat dus niet om afbeeldingen die "duidelijk" getekend of geschilderd zijn; soms wordt dan wel geredeneerd dat het voor een klein kind duidelijk moet zijn). Dit verbod op zg. virtuele kinderporno heeft twee redenen: het voorkomen van bewijsproblemen en het feit dat deze deel uit kan maken van een subcultuur die kindermisbruik bevordert. Verder bevat de delictsomschrijving het woord 'kennelijk', aangezien het niet erg praktisch is van iedere afgebeelde persoon de leeftijd na te gaan.
Het gaat lang niet alleen om afbeeldingen van strafbare gedragingen; zie ook naakte minderjarigen op foto's en films.
Justitie bestrijdt kinderpornografie heel intensief. De maximumstraf van 8 jaar bij beroep of gewoonte maakt de bijzondere opsporingsmethode mogelijk waarbij de politie heimelijk de woning van een verdachte betreedt om een instrument op zijn computer te plaatsen om zijn communicatie met anderen te achterhalen. Daarbij kunnen creditcardgegevens, en samenwerking met buitenlandse opsporingsdiensten van dienst zijn om gegevens en bewijsmateriaal te verzamelen. Wie kinderporno downloadt laat een elektronisch spoor na dat na te trekken is. Verder komt het nogal eens voor dat gebruikers tegen de lamp lopen wanneer ze hun computer laten repareren en de reparateur het materiaal vindt en aangifte doet.
Nieuw per 1 januari 2010 is het verbod zich toegang te verschaffen tot kinderporno, bijvoorbeeld door een hyperlink aan te klikken waarvan men weet of kan vermoeden dat die daar toe leidt. De reden is dat het ook mogelijk is kinderpornografisch beeldmateriaal te bekijken zonder dit op de computer op te slaan.
Nieuw per 1 januari 2010 is ook de strafbaarstelling in bepaalde gevallen van een poging tot ontmoeting van een jongere om kinderporno te maken.
Een wetsvoorstel van 1979 (kamerstukdossier 15836) betrof onder meer de afschaffing van het verbod op het vervaardigen, het verspreiden, en het in voorraad hebben met de bedoeling van verspreiding van alle soorten pornografische teksten, afbeeldingen en voorwerpen. Tijdens de langdurige behandeling hiervan werd in 1984 in de derde nota van wijziging alsnog dit verbod gehandhaafd voor kinderpornografische afbeeldingen. De wet trad in 1986 in werking.
In 1996 werd de maximumstraf verhoogd van drie maanden naar vier jaar (6 jaar bij beroep of gewoonte), en werd de bedoeling-clausule geschrapt. Als 'voorraad' werd beschouwd meerdere exemplaren van dezelfde foto of video. Op 21 april 1998 heeft de Nederlandse Hoge Raad bepaald dat ook het bezit van kinderporno als 'in voorraad hebben' geldt. 'Bezit' wil in deze context zeggen dat men opzettelijk het materiaal in voorraad heeft. Wie per ongeluk kinderporno downloadt en dat meteen wist, 'bezit' dit niet. Dat geldt ook wanneer het materiaal weliswaar op de harde schijf terecht is gekomen, maar buiten weten om en op een plaats waar een leek geen weet van heeft of waar men zelfs zonder specifieke IT-kennis geen toegang toe heeft ('bijvangst'). Veel verdachten verweren zich dan ook met de bewering dat de kinderporno op hun PC 'bijvangst' was, maar dit verweer gaat niet op wanneer de bestanden langere tijd op (toegankelijke) schijfruimte stonden en bovendien meerdere malen bekeken zijn.
In 2002 werd bezit expliciet strafbaar gesteld, de leeftijdsgrens verhoogd van zestien naar achttien jaar en virtuele kinderporno strafbaar gesteld. In 2009 werd de maximumstraf bij beroep of gewoonte verhoogd van 6 naar 8 jaar.
In 2006 kwam de toenmalige politieke partij PNVD in het nieuws, omdat zij in hun partijprogramma stelden dat het bezit van kinderpornografie legaal zou moeten worden, mits dit materiaal goedgekeurd was. Goedkeuring zou moeten worden verleend onder de voorwaarde dat de kinderen vrijwillig en zonder uitbuiting aan het materiaal mee zouden werken. Daarnaast zou de verpakking voorzien dienen te worden van een speciaal zegel.
In Nederland bestaat een Meldpunt Kinderporno, een private stichting die samenwerkt met de KLPD (Korps landelijke politie diensten). Jaarlijks komen circa 6000 meldingen van kinderporno binnen. Per jaar vloeien hier circa 200 aangiften uit voort. Uiteindelijk resulteert dit in circa 80 à 100 zaken voor justitie per jaar.
Ook Child Focus startte een campagne om ouders, kinderen en leerkrachten te waarschuwen voor de gevaren van het internet. De campagne is opgestart in december 2002 door onder meer het kabinet van de minister van Justitie, het kabinet van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, de FCCU, Child Focus en VT4.
De campagne werd opgestart omdat volgens de Britse politie 1 op 5 chattende kinderen al eens door een pedofiel gecontacteerd werd en veertig procent van de kinderen zou al eens een afspraak gemaakt hebben met een onbekende via het internet.
- Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreidt, aanbiedt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert, verwerft, in bezit heeft of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaft.
- Met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die van het plegen van een van de misdrijven, omschreven in het eerste lid, een beroep of een gewoonte maakt.
De afbeeldingen zijn echte foto's of films, of afbeeldingen die dat lijken te zijn maar in werkelijkheid gemanipuleerd zijn (het gaat dus niet om afbeeldingen die "duidelijk" getekend of geschilderd zijn; soms wordt dan wel geredeneerd dat het voor een klein kind duidelijk moet zijn). Dit verbod op zg. virtuele kinderporno heeft twee redenen: het voorkomen van bewijsproblemen en het feit dat deze deel uit kan maken van een subcultuur die kindermisbruik bevordert. Verder bevat de delictsomschrijving het woord 'kennelijk', aangezien het niet erg praktisch is van iedere afgebeelde persoon de leeftijd na te gaan.
Het gaat lang niet alleen om afbeeldingen van strafbare gedragingen; zie ook naakte minderjarigen op foto's en films.
Justitie bestrijdt kinderpornografie heel intensief. De maximumstraf van 8 jaar bij beroep of gewoonte maakt de bijzondere opsporingsmethode mogelijk waarbij de politie heimelijk de woning van een verdachte betreedt om een instrument op zijn computer te plaatsen om zijn communicatie met anderen te achterhalen. Daarbij kunnen creditcardgegevens, en samenwerking met buitenlandse opsporingsdiensten van dienst zijn om gegevens en bewijsmateriaal te verzamelen. Wie kinderporno downloadt laat een elektronisch spoor na dat na te trekken is. Verder komt het nogal eens voor dat gebruikers tegen de lamp lopen wanneer ze hun computer laten repareren en de reparateur het materiaal vindt en aangifte doet.
Nieuw per 1 januari 2010 is het verbod zich toegang te verschaffen tot kinderporno, bijvoorbeeld door een hyperlink aan te klikken waarvan men weet of kan vermoeden dat die daar toe leidt. De reden is dat het ook mogelijk is kinderpornografisch beeldmateriaal te bekijken zonder dit op de computer op te slaan.
Nieuw per 1 januari 2010 is ook de strafbaarstelling in bepaalde gevallen van een poging tot ontmoeting van een jongere om kinderporno te maken.
Geschiedenis
Een wetsvoorstel van 1979 (kamerstukdossier 15836) betrof onder meer de afschaffing van het verbod op het vervaardigen, het verspreiden, en het in voorraad hebben met de bedoeling van verspreiding van alle soorten pornografische teksten, afbeeldingen en voorwerpen. Tijdens de langdurige behandeling hiervan werd in 1984 in de derde nota van wijziging alsnog dit verbod gehandhaafd voor kinderpornografische afbeeldingen. De wet trad in 1986 in werking.
In 1996 werd de maximumstraf verhoogd van drie maanden naar vier jaar (6 jaar bij beroep of gewoonte), en werd de bedoeling-clausule geschrapt. Als 'voorraad' werd beschouwd meerdere exemplaren van dezelfde foto of video. Op 21 april 1998 heeft de Nederlandse Hoge Raad bepaald dat ook het bezit van kinderporno als 'in voorraad hebben' geldt. 'Bezit' wil in deze context zeggen dat men opzettelijk het materiaal in voorraad heeft. Wie per ongeluk kinderporno downloadt en dat meteen wist, 'bezit' dit niet. Dat geldt ook wanneer het materiaal weliswaar op de harde schijf terecht is gekomen, maar buiten weten om en op een plaats waar een leek geen weet van heeft of waar men zelfs zonder specifieke IT-kennis geen toegang toe heeft ('bijvangst'). Veel verdachten verweren zich dan ook met de bewering dat de kinderporno op hun PC 'bijvangst' was, maar dit verweer gaat niet op wanneer de bestanden langere tijd op (toegankelijke) schijfruimte stonden en bovendien meerdere malen bekeken zijn.
In 2002 werd bezit expliciet strafbaar gesteld, de leeftijdsgrens verhoogd van zestien naar achttien jaar en virtuele kinderporno strafbaar gesteld. In 2009 werd de maximumstraf bij beroep of gewoonte verhoogd van 6 naar 8 jaar.
Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit
In 2006 kwam de toenmalige politieke partij PNVD in het nieuws, omdat zij in hun partijprogramma stelden dat het bezit van kinderpornografie legaal zou moeten worden, mits dit materiaal goedgekeurd was. Goedkeuring zou moeten worden verleend onder de voorwaarde dat de kinderen vrijwillig en zonder uitbuiting aan het materiaal mee zouden werken. Daarnaast zou de verpakking voorzien dienen te worden van een speciaal zegel.
Meldpunt Kinderporno
In Nederland bestaat een Meldpunt Kinderporno, een private stichting die samenwerkt met de KLPD (Korps landelijke politie diensten). Jaarlijks komen circa 6000 meldingen van kinderporno binnen. Per jaar vloeien hier circa 200 aangiften uit voort. Uiteindelijk resulteert dit in circa 80 à 100 zaken voor justitie per jaar.
Ook Child Focus startte een campagne om ouders, kinderen en leerkrachten te waarschuwen voor de gevaren van het internet. De campagne is opgestart in december 2002 door onder meer het kabinet van de minister van Justitie, het kabinet van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, de FCCU, Child Focus en VT4.
De campagne werd opgestart omdat volgens de Britse politie 1 op 5 chattende kinderen al eens door een pedofiel gecontacteerd werd en veertig procent van de kinderen zou al eens een afspraak gemaakt hebben met een onbekende via het internet.
Wetgeving in België
+
In België wordt een zedendelict in het strafwetboek nog steeds vermeld als "Misdaad en wanbedrijf tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid." (artikel 383 in het strafwetboek)
Via de wet van 13 april 1995 werd kinderpornografie strafbaar door het toevoegen van artikel 383 bis in het strafwetboek. Het gaat hier niet enkel over het tentoonstellen, verhuren, verkopen, overhandigen, invoeren etc. van kinderpornografie, maar ook het bezit ervan. Een persoon die dus via een computernetwerk (met het gebruik van internet of niet) kinderpornografie tentoonstelt of verspreidt zal dus strafbaar zijn. In dit artikel worden enkel de 'visuele' voorstelling beoogd. Dus liederen of teksten die een pornografisch karakter bevatten vallen niet onder dit artikel maar kunnen wel getoetst worden aan artikel 383 van het strafwetboek (zedenmisdrijven).
Het Belgische strafwetboek spreekt over pornografische handelingen met minderjarigen (dus 'onder de achttien'). Het voorziet in een maximumgevangenisstraf van tien jaar voor het maken, vertonen of verspreiden van kinderporno. Misdadige organisaties kunnen worden bestraft met een gevangenisstraf tot vijftien jaar. Het louter in bezit hebben van kinderporno kan een jaar gevangenis opleveren.
Via de wet van 13 april 1995 werd kinderpornografie strafbaar door het toevoegen van artikel 383 bis in het strafwetboek. Het gaat hier niet enkel over het tentoonstellen, verhuren, verkopen, overhandigen, invoeren etc. van kinderpornografie, maar ook het bezit ervan. Een persoon die dus via een computernetwerk (met het gebruik van internet of niet) kinderpornografie tentoonstelt of verspreidt zal dus strafbaar zijn. In dit artikel worden enkel de 'visuele' voorstelling beoogd. Dus liederen of teksten die een pornografisch karakter bevatten vallen niet onder dit artikel maar kunnen wel getoetst worden aan artikel 383 van het strafwetboek (zedenmisdrijven).
Het Belgische strafwetboek spreekt over pornografische handelingen met minderjarigen (dus 'onder de achttien'). Het voorziet in een maximumgevangenisstraf van tien jaar voor het maken, vertonen of verspreiden van kinderporno. Misdadige organisaties kunnen worden bestraft met een gevangenisstraf tot vijftien jaar. Het louter in bezit hebben van kinderporno kan een jaar gevangenis opleveren.
Downloaden van kinderporno
+
Sinds enkele jaren worden meer personen betrapt op het bezit van grote hoeveelheden kinderporno die werden gedownload op hun computer. Dit heeft mogelijk te maken met de forse toename van de mogelijkheden en gebruikers van het internet. Vandaag de dag maakt kinderporno deel uit van het internet en is daarenboven tot op een bepaald niveau zeer toegankelijk. Het is een vicieuze cirkel waar de stelling vraag en aanbod overheerst. De downloaders houden door hun behoefte aan kinderpornografisch materiaal het aanbod en dus ook het fysieke misbruik in stand.
Dit deviant gedrag van de downloaders beperkt zich niet enkel tot het downloaden van kinderporno, maar kan zich ook uitstrekken tot andere vormen van digitaal gedrag om op die manier contact te krijgen met kinderen die dan eventueel resulteren in webcamseks en fysieke ontmoetingen. Op het internet merk je tenslotte niet dat iemand veel ouder is dan de doelgroep van een bepaalde chatbox. Veel pedofielen passen ook hun taalgebruik aan zodat ze niet door de mand vallen. Een aantal van deze downloaders bevindt zich in besloten delen van het internet en kan deel uitmaken van kinderpornonetwerken die een mondiaal karakter hebben. Specifieke cijfers over deze groepen zijn niet bekend. Het gaat hier om het Dark Number fenomeen. Deze personen zitten in netwerken die streng beveiligd worden zodat de politie praktisch niet kan optreden. Een ander deel van deze downloaders reist naar andere landen met de bedoeling om kinderen te misbruiken. Sommigen onder hen maken hier opnames van. Vooral voor zichzelf, maar ook om te verspreiden binnen de netwerken waarvan zij deel uitmaken. De verspreiding van dergelijke zaken heeft vooral een psychologische oorzaak: men voelt zich verplicht om het materiaal met andere leden te delen. Het verspreiden van die nieuwe kinderporno kan voor een statusverhogend effect zorgen.
Kinderporno verspreiden maakt deel uit van de georganiseerde criminaliteit die op grote schaal porno vervaardigt en verkoopt. Vooral in Rusland is dit een gekend fenomeen. Het is een miljoenenbusiness waarin veel geld omgaat.
Onderzoekers vragen zich af of downloaders na een tijd ook fysiek misbruik gaan maken van kinderen. Een eenduidig antwoord op deze vraag is er niet. Dit komt door het feit dat naar dit fenomeen nog niet veel onderzoek is gedaan en er ook niet veel cijfers te verkrijgen zijn omdat het nog zo goed verstopt zit. Er zijn downloaders die het enkel houden bij het bekijken van kinderpornografie en verder geen misbruik zullen plegen. Omdat ze de stap niet willen, kunnen of durven zetten. Anderen zetten deze stap wel. Maar daarom is er nog geen causaal verband tussen kinderporno en hands-on delicten. Het is mogelijk dat sociaal geïsoleerde mannen in de kinderpornonetwerken als het ware een surrogaat hebben gevonden voor relaties in de offline wereld. Door het deel uitmaken van dergelijke netwerken kan een druk ontstaan om seksueel misbruik te plegen om zo kinderpornografisch materiaal te kunnen leveren.
Verschillende empirische onderzoeken wijzen uit dat de downloaders over het algemeen blanke mannen zijn en tussen de 25 en 54 jaar oud. Deze mannen kunnen zowel alleenstaand zijn als een relatie hebben. In het laatste geval kan er onder andere sprake zijn van relatieproblemen en/of een ongelijkwaardige relatie met de partner. De downloaders hebben meestal hun derde graad (secundair onderwijs) behaald of studeerden aan een hogeschool of universiteit. Bij hun beroepskeuze gaan de mannen die een seksuele voorkeur hebben voor kinderen veelal een beroep uitoefenen waarin zij in aanraking komen met kinderen zoals onderwijzer of arts. In het algemeen zullen de downloaders hun vrijetijdsbesteding afstemmen op hun voorkeur door bijvoorbeeld trainer bij de lokale voetbalclub te worden.
De belangrijkste motieven zijn:
Downloaders rechtvaardigen hun gedrag met allerlei rationalisaties of cognitieve hervormingen, zoals 'seks met kinderen is niet schadelijk voor ze'. Wat ook vaak gezegd wordt is dat ze per toeval op kinderporno gestuit zijn. Deze uitleg houdt geen stand, want tegenwoordig moet men bewust op zoek gaan en allerlei manoeuvres verrichten om dergelijk materiaal te vinden en op te slaan. Door de harde aanpak van politie en justitie zorgen de downloaders ervoor dat ze zware beveiligingstechnieken toepassen. Zowel fysieke als softwarematige voorzorgen worden genomen. Volgens onderzoek treft ongeveer een kwart van de downloaders maatregelen om detectie zo moeilijk mogelijk te maken:
Downloaders zijn geen homogene groep. Ze kunnen qua sociaal-demografische kenmerken, kennis en vaardigheden, motieven, sociale positie en criminele carrière verschillen. De typologieën zijn nog niet volledig uitgeklaard, maar je kan toch een onderscheid maken tussen 3 verschillende types.
Voor zover niet kan worden opgetreden tegen buitenlandse websites met kinderporno is er nog de mogelijkheid dat ISP's deze blokkeren door een filter toe te passen. Er is discussie over juridische en technische aspecten; over de vraag wie de websites beoordeelt en hoe deze instantie wordt gecontroleerd. Een bezwaar van een blacklist is dat deze in handen kan komen van mensen die juist naar de betreffende websites op zoek zijn, en die de blokkades omzeilen.
In Nederland was voor 2010 sprake van de mogelijke invoering van een "platform internetfiltering van kinderporno" dat een blacklist zou opstellen en beheren en voorlichting zou gaan geven aan een breder publiek. Dit voorstel werd in maart 2011 door de minister van Binnenlandse Zaken afgewezen. Adviesbureau Andersson Elffers Felix adviseert de instelling van een onafhankelijke Autoriteit Bestrijding Kinderporno, belast met de uitvoering van het blacklisting-proces, met een onafhankelijke voorzitter die tevens optreedt als publiek boegbeeld voor de publiek-private samenwerking in de bestrijding van kinderporno op internet.
Providers hebben met het Ministerie van Veiligheid en Justitie afgesproken dat zij alleen websites filteren uit landen waarmee Nederland geen afspraken heeft gemaakt over rechtshulp. Op basis van een uitgelekte zwarte lijst met websites concludeert Bits of Freedom dat alleen sommige websites uit Japan, Thailand en Zuid-Korea door het filter tegengehouden zouden moeten worden.
In Duitsland is aanhangig de Gesetz zur Erschwerung des Zugangs zu kinderpornographischen Inhalten in Kommunikationsnetzen (Zugangserschwerungsgesetz – ZugErschwG).
Dit deviant gedrag van de downloaders beperkt zich niet enkel tot het downloaden van kinderporno, maar kan zich ook uitstrekken tot andere vormen van digitaal gedrag om op die manier contact te krijgen met kinderen die dan eventueel resulteren in webcamseks en fysieke ontmoetingen. Op het internet merk je tenslotte niet dat iemand veel ouder is dan de doelgroep van een bepaalde chatbox. Veel pedofielen passen ook hun taalgebruik aan zodat ze niet door de mand vallen. Een aantal van deze downloaders bevindt zich in besloten delen van het internet en kan deel uitmaken van kinderpornonetwerken die een mondiaal karakter hebben. Specifieke cijfers over deze groepen zijn niet bekend. Het gaat hier om het Dark Number fenomeen. Deze personen zitten in netwerken die streng beveiligd worden zodat de politie praktisch niet kan optreden. Een ander deel van deze downloaders reist naar andere landen met de bedoeling om kinderen te misbruiken. Sommigen onder hen maken hier opnames van. Vooral voor zichzelf, maar ook om te verspreiden binnen de netwerken waarvan zij deel uitmaken. De verspreiding van dergelijke zaken heeft vooral een psychologische oorzaak: men voelt zich verplicht om het materiaal met andere leden te delen. Het verspreiden van die nieuwe kinderporno kan voor een statusverhogend effect zorgen.
Kinderporno verspreiden maakt deel uit van de georganiseerde criminaliteit die op grote schaal porno vervaardigt en verkoopt. Vooral in Rusland is dit een gekend fenomeen. Het is een miljoenenbusiness waarin veel geld omgaat.
Onderzoekers vragen zich af of downloaders na een tijd ook fysiek misbruik gaan maken van kinderen. Een eenduidig antwoord op deze vraag is er niet. Dit komt door het feit dat naar dit fenomeen nog niet veel onderzoek is gedaan en er ook niet veel cijfers te verkrijgen zijn omdat het nog zo goed verstopt zit. Er zijn downloaders die het enkel houden bij het bekijken van kinderpornografie en verder geen misbruik zullen plegen. Omdat ze de stap niet willen, kunnen of durven zetten. Anderen zetten deze stap wel. Maar daarom is er nog geen causaal verband tussen kinderporno en hands-on delicten. Het is mogelijk dat sociaal geïsoleerde mannen in de kinderpornonetwerken als het ware een surrogaat hebben gevonden voor relaties in de offline wereld. Door het deel uitmaken van dergelijke netwerken kan een druk ontstaan om seksueel misbruik te plegen om zo kinderpornografisch materiaal te kunnen leveren.
De downloaders
Verschillende empirische onderzoeken wijzen uit dat de downloaders over het algemeen blanke mannen zijn en tussen de 25 en 54 jaar oud. Deze mannen kunnen zowel alleenstaand zijn als een relatie hebben. In het laatste geval kan er onder andere sprake zijn van relatieproblemen en/of een ongelijkwaardige relatie met de partner. De downloaders hebben meestal hun derde graad (secundair onderwijs) behaald of studeerden aan een hogeschool of universiteit. Bij hun beroepskeuze gaan de mannen die een seksuele voorkeur hebben voor kinderen veelal een beroep uitoefenen waarin zij in aanraking komen met kinderen zoals onderwijzer of arts. In het algemeen zullen de downloaders hun vrijetijdsbesteding afstemmen op hun voorkeur door bijvoorbeeld trainer bij de lokale voetbalclub te worden.
Motieven en werkwijze
De belangrijkste motieven zijn:
- Nieuwsgierigheid
- Seksuele opwinding
- Bevredigen van de verslaving aan het downloaden
- De 'veilige' contacten met gelijkgezinden op het internet
- Statusverwerving
Downloaders rechtvaardigen hun gedrag met allerlei rationalisaties of cognitieve hervormingen, zoals 'seks met kinderen is niet schadelijk voor ze'. Wat ook vaak gezegd wordt is dat ze per toeval op kinderporno gestuit zijn. Deze uitleg houdt geen stand, want tegenwoordig moet men bewust op zoek gaan en allerlei manoeuvres verrichten om dergelijk materiaal te vinden en op te slaan. Door de harde aanpak van politie en justitie zorgen de downloaders ervoor dat ze zware beveiligingstechnieken toepassen. Zowel fysieke als softwarematige voorzorgen worden genomen. Volgens onderzoek treft ongeveer een kwart van de downloaders maatregelen om detectie zo moeilijk mogelijk te maken:
- Eenvoudige maatregelen: het plaatsen van een externe harde schijf in een andere ruimte of het gebruiken van software die de computer helemaal 'schoonmaakt'.
- Geavanceerde maatregelen: het werken met versleutelprogamma's, afgescheiden partities op de harde schijf en het gebruik maken van een proxy server om het eigen IP-adres te verbergen.
- Nieuwe programma's: programma's die het materiaal 'verknippen' en verspreiden via verschillende computers die de downloaders dan softwarematig terug aan elkaar kan 'plakken'.
Types downloaders
Downloaders zijn geen homogene groep. Ze kunnen qua sociaal-demografische kenmerken, kennis en vaardigheden, motieven, sociale positie en criminele carrière verschillen. De typologieën zijn nog niet volledig uitgeklaard, maar je kan toch een onderscheid maken tussen 3 verschillende types.
- Situationele plegers: deze groep komt het meeste voor in de politie- en behandelpraktijken. Deze mannen downloaden kinderporno vooral uit nieuwsgierigheid en lust. Een deel van deze groep zal hier na verloop van tijd mee stoppen, want het beeldmateriaal bevredigt niet meer. Bij een ander deel gaat het de andere kant uit. De kinderporno valt hier wel in de smaak en zij ontsporen na enige tijd door steeds meer kinderporno te verzamelen of door ook kinderen fysiek te gaan misbruiken.
- Preferentiële downloaders: deze mannen hebben een exclusieve seksuele voorkeur voor kinderen. Zij kunnen zich uitsluitend beperken tot het gericht verzamelen van kinderporno. Anderzijds is er ook een groep die fysiek misbruik maakt van kinderen.
- Obsessieve downloaders: hier gaat het vooral om de drang tot verzamelen. Er is geen sprake van een exclusieve voorkeur voor kinderen. Hieronder zijn er mannen die alles verzamelen op pornogebied (waaronder kinderporno) en er zijn mannen die juist heel gericht naar kinderporno zoeken.
Filters
Voor zover niet kan worden opgetreden tegen buitenlandse websites met kinderporno is er nog de mogelijkheid dat ISP's deze blokkeren door een filter toe te passen. Er is discussie over juridische en technische aspecten; over de vraag wie de websites beoordeelt en hoe deze instantie wordt gecontroleerd. Een bezwaar van een blacklist is dat deze in handen kan komen van mensen die juist naar de betreffende websites op zoek zijn, en die de blokkades omzeilen.
In Nederland was voor 2010 sprake van de mogelijke invoering van een "platform internetfiltering van kinderporno" dat een blacklist zou opstellen en beheren en voorlichting zou gaan geven aan een breder publiek. Dit voorstel werd in maart 2011 door de minister van Binnenlandse Zaken afgewezen. Adviesbureau Andersson Elffers Felix adviseert de instelling van een onafhankelijke Autoriteit Bestrijding Kinderporno, belast met de uitvoering van het blacklisting-proces, met een onafhankelijke voorzitter die tevens optreedt als publiek boegbeeld voor de publiek-private samenwerking in de bestrijding van kinderporno op internet.
Providers hebben met het Ministerie van Veiligheid en Justitie afgesproken dat zij alleen websites filteren uit landen waarmee Nederland geen afspraken heeft gemaakt over rechtshulp. Op basis van een uitgelekte zwarte lijst met websites concludeert Bits of Freedom dat alleen sommige websites uit Japan, Thailand en Zuid-Korea door het filter tegengehouden zouden moeten worden.
In Duitsland is aanhangig de Gesetz zur Erschwerung des Zugangs zu kinderpornographischen Inhalten in Kommunikationsnetzen (Zugangserschwerungsgesetz – ZugErschwG).
Bijzondere situaties
+
Wie kinderporno vervaardigt of verspreidt hoeft niet per se zelf meerderjarig te zijn. Het is zelfs mogelijk dat een minderjarige een erotische afbeelding van zichzelf maakt met bijvoorbeeld een mobiele telefoon en doorstuurt. Deze praktijk staat bekend als 'sexting'. In een aantal landen, o.a. Australië en de Verenigde Staten, heeft dit tot strafvervolging geleid jegens zowel verzenders als bezitters, ook wanneer het een erotische foto van de verzender zelf betrof. Wel wordt er vaak rekening mee gehouden in de strafmaat met de omstandigheden, bijvoorbeeld een 17-jarig stelletje dat het spannend vindt elkaar naaktfoto's te sturen. Ook in Nederland is het in theorie mogelijk dat een minderjarige hiervoor een veroordeling en hiermee een aantekening op het strafblad oploopt.
Ook het motief is niet van belang: in de V.S. is het voorgekomen dat een minderjarige jongen die voor de grap een foto van zijn penis aan drie vrouwelijke klasgenoten stuurde werd vervolgd en schuldig bevonden. Verder is in de V.S. voorgekomen dat een leraar werd vervolgd omdat hij op verzoek van zijn rector een naaktfoto van een minderjarig meisje had opgeslagen, die was aangetroffen op de telefoon van een van de leerlingen. De foto moest dienen als bewijs. De leraar wist uiteindelijk een veroordeling af te wenden, waarbij hij zijn uiteindelijke vrijspraak te danken had aan het feit dat de foto niet 'pornografisch' genoeg was. De motieven achter het opslaan van de foto hadden dus geen effect op het proces. Een vergelijkbare zaak deed zich in Nederland voor, waarbij iemand illegaal een dvd brandde voor een ander en hier voor de grap twee kinderpornofilmpjes opzette. De bezitter had weliswaar vergeefs geprobeerd het materiaal te verwijderen, maar dit was in de ogen van de rechter onvoldoende en hij kreeg een voorwaardelijke werkstraf opgelegd (desalniettemin wel een veroordeling). Grappen met kinderporno of naaktfoto's van minderjarigen kunnen dus behoorlijk riskant zijn, zelfs als de foto door de minderjarige zelf gemaakt en verstuurd is.
Niet strafbaar was iemand die per ongeluk kinderporno had gedownload en dacht dit te hebben verwijderd. Het materiaal bevond zich echter buiten zijn weten om nog steeds op de harde schijf. Aangezien in dit geval alleen iemand met specifieke IT-kennis dit had kunnen weten en het niet aannemelijk was dat de bezitter deze kennis had, leidde dit tot vrijspraak.
Anno 2011 is in Nederland voor het eerst een veroordeling uitgesproken wegens bezit van virtuele kinderporno. Weliswaar werd bij de bezitter ook echte kinderporno aangetroffen, maar de rechter nam het bezit van de virtuele kinderporno wel nadrukkelijk mee in zijn vonnis. De virtuele afbeeldingen waren volgens de rechtbank 'op het eerste gezicht niet van echt te onderscheiden'.
Ook het motief is niet van belang: in de V.S. is het voorgekomen dat een minderjarige jongen die voor de grap een foto van zijn penis aan drie vrouwelijke klasgenoten stuurde werd vervolgd en schuldig bevonden. Verder is in de V.S. voorgekomen dat een leraar werd vervolgd omdat hij op verzoek van zijn rector een naaktfoto van een minderjarig meisje had opgeslagen, die was aangetroffen op de telefoon van een van de leerlingen. De foto moest dienen als bewijs. De leraar wist uiteindelijk een veroordeling af te wenden, waarbij hij zijn uiteindelijke vrijspraak te danken had aan het feit dat de foto niet 'pornografisch' genoeg was. De motieven achter het opslaan van de foto hadden dus geen effect op het proces. Een vergelijkbare zaak deed zich in Nederland voor, waarbij iemand illegaal een dvd brandde voor een ander en hier voor de grap twee kinderpornofilmpjes opzette. De bezitter had weliswaar vergeefs geprobeerd het materiaal te verwijderen, maar dit was in de ogen van de rechter onvoldoende en hij kreeg een voorwaardelijke werkstraf opgelegd (desalniettemin wel een veroordeling). Grappen met kinderporno of naaktfoto's van minderjarigen kunnen dus behoorlijk riskant zijn, zelfs als de foto door de minderjarige zelf gemaakt en verstuurd is.
Niet strafbaar was iemand die per ongeluk kinderporno had gedownload en dacht dit te hebben verwijderd. Het materiaal bevond zich echter buiten zijn weten om nog steeds op de harde schijf. Aangezien in dit geval alleen iemand met specifieke IT-kennis dit had kunnen weten en het niet aannemelijk was dat de bezitter deze kennis had, leidde dit tot vrijspraak.
Anno 2011 is in Nederland voor het eerst een veroordeling uitgesproken wegens bezit van virtuele kinderporno. Weliswaar werd bij de bezitter ook echte kinderporno aangetroffen, maar de rechter nam het bezit van de virtuele kinderporno wel nadrukkelijk mee in zijn vonnis. De virtuele afbeeldingen waren volgens de rechtbank 'op het eerste gezicht niet van echt te onderscheiden'.
Licentie: CC BY-SA 3.0 - Auteur(s): GLD - changed and improved by Noorland Juristen.
© Copyright 2007 - , Noorland Juristen