Zoeken


Pagina navigatie
[ Verbergen ]
|
Recidive
Recidive betekent letterlijk herhaling. De term recidive wordt hoofdzakelijk gebruikt waar het gaat om strafbare feiten ofwel: gaan mensen die ooit veroordeeld zijn opnieuw in de fout?
Recidivecijfers geven aan in welke mate mensen na een veroordeling in herhaling vallen. Als iemand na genezing opnieuw dezelfde ziekte krijgt, spreekt men van recidief.
Vanaf 1995 wordt in Nederland bijgehouden hoe vaak veroordeelden die gedetineerd zijn geweest opnieuw een misdrijf plegen waarvoor ze opnieuw in de gevangenis belanden. De recidivecijfers zijn hoog. Uit een onderzoek* uit 2006 van het WODC (Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum - het wetenschappelijk bureau van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) blijkt dat ruim 75 procent van alle volwassenen die een vrijheidsstraf hebben ondergaan in herhaling vallen. Van de jongeren (jonger dan 18 jaar) ligt het cijfer zelfs, 7 jaar na verblijf in een justitiële jeugdinrichting, rond de 80 procent. Volwassenen die een alternatieve straf hebben gekregen (taakstraf, recidiveren minder - rond de 45 procent. Onder jongeren met een alternatieve straf ligt het percentage hoger: 55 procent. Opgemerkt moet worden dat mensen die een taakstraf krijgen in het algemeen een minder ernstig delict hebben gepleegd dan mensen die gestraft worden met een vrijheidsstraf. De werkelijke recidive ligt waarschijnlijk hoger dan de beschikbare cijfers laten zien. De cijfers laten immers alleen mensen zien die opnieuw gepakt zijn.
De volgende persoons- en delictkenmerken zijn van invloed op recidive:
Veelplegers zijn criminelen die erg vaak recidiveren. Veelplegers zijn vaak drugsverslaafden die zich keer op keer schuldig maken aan diefstal. Als er plaats is, komen ze terecht in een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD). Om in aanmerking te komen voor ISD moet iemand de afgelopen vijf jaar ten minste drie keer zijn veroordeeld.
Ter beschikking gestelden (TBS'ers) komen vrij na behandeling in een justitiële kliniek. Hoewel de buitenwereld vaak anders denkt, ligt het recidivepercentage onder TBS'ers lager dan het algemeen recidivepercentage. Zo'n 36 procent van de voormalige TBS'ers komt opnieuw in aanraking met justitie voor een delict. In minder dan 7% ging het opnieuw om een zedendelict. Behandelde zedendelinquenten gaan dus fors minder in de fout dan andere delinquenten.
Er zijn veel organisaties betrokken bij het voorkomen van recidive, één daarvan is de reclassering. Zij moeten voorkomen dat de ex-gedetineerde opnieuw in de fout gaat. Vanaf midden jaren negentig is sterk bezuinigd op de reclassering, men moet aantoonbare resultaten halen. Eén van de gevolgen van de bezuinigingen is dat de reclassering zich vooral richt op kansrijke ex-gedetineerden. Moeilijke gevallen laat men links liggen omdat zij de cijfers negatief beïnvloeden. Volgens wetenschappers verklaart dit deels de toename van de recidivecijfers. Of dat inderdaad zo is, is niet zeker.
Aanhangig is de Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het verlengen van de proeftijden van de voorwaardelijke invrijheidstelling en de invoering van een langdurige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor ter beschikking gestelden en zeden- en geweldsdelinquenten (langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking).
Deze voorziet onder meer in de introductie van een zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor TBS-gestelden van wie de terbeschikkingstelling (definitief) is geëindigd en voor zware geweldsdelinquenten en voor zedendelinquenten van wie de gevangenisstraf is geëindigd of van wie de voorwaardelijke invrijheidstelling na een gevangenisstraf is geëindigd. Bij deze maatregel worden op de persoon toegesneden voorwaarden gesteld om aan zijn gedrag te werken of ten aanzien van zijn bewegingsvrijheid in de samenleving.
Het zal meestal gaan om reclasseringstoezicht en politietoezicht. Daarnaast zal het toezicht worden ingevuld met een zorgcomponent, afhankelijk van de persoon. Het zorgelement zal mede afhankelijk zijn van het al dan niet hebben van een beperking op verstandelijk/intellectueel gebied waardoor de mate van sociaal aanpassingsvermogen lager is evenals het bezit van een sociaal netwerk. Zorg kan bestaan uit beschermd of begeleid wonen, controle op medicatie, check-up gesprekken, opfriscursussen, time-outs, COSA (Cirkels voor ondersteuning, samenwerking en aanspreekbaarheid), ambulante zorg of klinische zorg.
De volgende gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden kunnen in het kader van de zelfstandige maatregel worden opgelegd.
Recidivecijfers geven aan in welke mate mensen na een veroordeling in herhaling vallen. Als iemand na genezing opnieuw dezelfde ziekte krijgt, spreekt men van recidief.
Nederland
+Recidive na detentie
Vanaf 1995 wordt in Nederland bijgehouden hoe vaak veroordeelden die gedetineerd zijn geweest opnieuw een misdrijf plegen waarvoor ze opnieuw in de gevangenis belanden. De recidivecijfers zijn hoog. Uit een onderzoek* uit 2006 van het WODC (Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum - het wetenschappelijk bureau van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) blijkt dat ruim 75 procent van alle volwassenen die een vrijheidsstraf hebben ondergaan in herhaling vallen. Van de jongeren (jonger dan 18 jaar) ligt het cijfer zelfs, 7 jaar na verblijf in een justitiële jeugdinrichting, rond de 80 procent. Volwassenen die een alternatieve straf hebben gekregen (taakstraf, recidiveren minder - rond de 45 procent. Onder jongeren met een alternatieve straf ligt het percentage hoger: 55 procent. Opgemerkt moet worden dat mensen die een taakstraf krijgen in het algemeen een minder ernstig delict hebben gepleegd dan mensen die gestraft worden met een vrijheidsstraf. De werkelijke recidive ligt waarschijnlijk hoger dan de beschikbare cijfers laten zien. De cijfers laten immers alleen mensen zien die opnieuw gepakt zijn.
- Het rapport waar deze cijfers uit komen heet: Strafrechtelijke recidive van ex-gedetineerden, is uitgegeven door het WODC en verscheen in september 2006.
Wat is van invloed op recidive?
De volgende persoons- en delictkenmerken zijn van invloed op recidive:
- sekse: mannen recidiveren vaker dan vrouwen.
- leeftijd: hoe jonger de ex-gedetineerde, hoe hoger de recidivekans.
- leeftijd bij de eerste veroordeling: hoe jonger bij de eerste strafzaak, hoe hoger het risico.
- aantal eerdere veroordelingen: hoe groter het aantal eerdere strafzaken, hoe hoger de recidivekans.
- type delict: het risico is het grootst na een vermogensdelict zonder gebruikmaking van geweld.
Veelplegers
Veelplegers zijn criminelen die erg vaak recidiveren. Veelplegers zijn vaak drugsverslaafden die zich keer op keer schuldig maken aan diefstal. Als er plaats is, komen ze terecht in een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD). Om in aanmerking te komen voor ISD moet iemand de afgelopen vijf jaar ten minste drie keer zijn veroordeeld.
Recidive en TBS
Ter beschikking gestelden (TBS'ers) komen vrij na behandeling in een justitiële kliniek. Hoewel de buitenwereld vaak anders denkt, ligt het recidivepercentage onder TBS'ers lager dan het algemeen recidivepercentage. Zo'n 36 procent van de voormalige TBS'ers komt opnieuw in aanraking met justitie voor een delict. In minder dan 7% ging het opnieuw om een zedendelict. Behandelde zedendelinquenten gaan dus fors minder in de fout dan andere delinquenten.
Reclassering
Er zijn veel organisaties betrokken bij het voorkomen van recidive, één daarvan is de reclassering. Zij moeten voorkomen dat de ex-gedetineerde opnieuw in de fout gaat. Vanaf midden jaren negentig is sterk bezuinigd op de reclassering, men moet aantoonbare resultaten halen. Eén van de gevolgen van de bezuinigingen is dat de reclassering zich vooral richt op kansrijke ex-gedetineerden. Moeilijke gevallen laat men links liggen omdat zij de cijfers negatief beïnvloeden. Volgens wetenschappers verklaart dit deels de toename van de recidivecijfers. Of dat inderdaad zo is, is niet zeker.
Wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking
Aanhangig is de Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het verlengen van de proeftijden van de voorwaardelijke invrijheidstelling en de invoering van een langdurige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor ter beschikking gestelden en zeden- en geweldsdelinquenten (langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking).
Deze voorziet onder meer in de introductie van een zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor TBS-gestelden van wie de terbeschikkingstelling (definitief) is geëindigd en voor zware geweldsdelinquenten en voor zedendelinquenten van wie de gevangenisstraf is geëindigd of van wie de voorwaardelijke invrijheidstelling na een gevangenisstraf is geëindigd. Bij deze maatregel worden op de persoon toegesneden voorwaarden gesteld om aan zijn gedrag te werken of ten aanzien van zijn bewegingsvrijheid in de samenleving.
Het zal meestal gaan om reclasseringstoezicht en politietoezicht. Daarnaast zal het toezicht worden ingevuld met een zorgcomponent, afhankelijk van de persoon. Het zorgelement zal mede afhankelijk zijn van het al dan niet hebben van een beperking op verstandelijk/intellectueel gebied waardoor de mate van sociaal aanpassingsvermogen lager is evenals het bezit van een sociaal netwerk. Zorg kan bestaan uit beschermd of begeleid wonen, controle op medicatie, check-up gesprekken, opfriscursussen, time-outs, COSA (Cirkels voor ondersteuning, samenwerking en aanspreekbaarheid), ambulante zorg of klinische zorg.
De volgende gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden kunnen in het kader van de zelfstandige maatregel worden opgelegd.
- een verbod op het gebruik van verdovende middelen of alcohol en de verplichting ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek
- opneming van de veroordeelde in een zorginstelling
- een verplichting zich onder behandeling te stellen van een deskundige of zorginstelling
- het verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang
- het deelnemen aan een gedragsinterventie
- een verbod om vrijwilligerswerk van een bepaalde aard te verrichten
- andere voorwaarden, het gedrag van de veroordeelde betreffende
- een locatieverbod
- een contactverbod
- een meldplicht
- een beperking van het recht Nederland te verlaten
- een verhuisplicht of een verbod om zich in een bepaald gebied te vestigen
Recidive in het Belgisch strafrecht
+
In het Belgisch strafrecht spreekt men van wettelijke herhaling. Er is sprake van herhaling indien er een vroegere veroordeling is geweest én een nieuw misdrijf werd gepleegd. De wet stelt de voorwaarden en gevolgen hiervan vast. Om die reden spreekt men van een wettelijke herhaling.
Herhaling heeft bovendien gevolgen voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling: 2/3 van de straf moet uitgezeten worden.
Herhaling heeft bovendien gevolgen voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling: 2/3 van de straf moet uitgezeten worden.
Licentie: CC BY-SA 3.0 - Auteur(s): 82.93.222.10 - changed and improved by Noorland Juristen.
© Copyright 2007 - , Noorland Juristen