Schakel JavaScript in om gebruik te kunnen maken van deze website.
Verzachtende omstandigheden
Noorland Juristen Menu

Verzachtende omstandigheden

Verzachtende omstandigheden zijn individuele omstandigheden die betrokken worden bij het bepalen van de hoogte van een straf of sanctie wanneer iemand algemeen geldende regels heeft overtreden. Men kan het zien als een vorm van het tonen van begrip voor een overigens strafbaar of verwijtbaar gestelde handeling. Verzachtende omstandigheden kunnen leiden tot een mildere strafmaat.

Een verzachtende omstandigheid gaat dus niet over de ernst van een feit maar kijkt eerder hoe iemand tot een strafbare handeling is gekomen. Elke strafwet beschrijft ernstige en minder ernstige feiten. De allereerst in het Belgische Strafwetboek genoemde misdaad is de aanslag op de Koning (art. 101). Die wordt "minder zwaar" bestraft als de Koning noch gevangen, noch gewond geraakt. Zoiets is in feite geen verzachtende omstandigheid, het is enkel een anders gekwalificeerd misdrijf.

De rechtspraak van het Europees Hof van Justitie stelt dat niet expliciet in de wet voorziene verzachtende omstandigheden altijd in rekening moeten kunnen worden gebracht. Dit heeft in zekere zin tot gevolg dat de rechter altijd beneden de wettelijk voorziene minimumstraf kan gaan.

Reeds in het in 1809 ingevoerde Crimi­neel Wetboek voor het Koninkrijk Holland was er aandacht voor verzachtende omstandigheden. De rechter werd daarbij geacht om de aard en de omstandigheden van de gepleegde misdaad in aanmerking te nemen.


Verzachtende omstandigheden in het Belgische strafrecht

+
Het Strafwetboek verwijst in het algemeen naar de mogelijkheid van verzachtende omstandigheden maar geeft geen omschrijving. Het aannemen van verzachtende omstandigheden beoogt een nog betere individualisering van de straf. De rechter oordeelt vrij en facultatief over het bestaan van de verzachtende omstandigheden en over de aard ervan (bijvoorbeeld: jonge leeftijd, blanco strafregister,...). De verzachtende omstandigheden zijn persoonlijk en hebben geen weerslag op bijvoorbeeld mededaders.

Belangrijk is ook de Wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden. Deze wet voorziet dat feiten door het Openbaar Ministerie al minder zwaar kunnen ingeschat worden. Zij kunnen dan voor een andere rechtbank gebracht worden. Sommige criminele feiten of misdaden die normaal voor een assisenhof moeten gebracht worden, kunnen dan voor de correctionele rechtbank komen. Dat noemt men 'correctionaliseren'. Sommige wanbedrijven die normaal voor een correctionele rechtbank moeten gebracht worden, kunnen door verzachtende omstandigheden voor de politierechtbank komen. Die verschuiving heet 'contraventionaliseren'.



Volg ons op Facebook!