Zoeken


Pagina navigatie
[ Verbergen ]
|
Zwijgrecht
Het zwijgrecht is het recht van een verdachte om te zwijgen op vragen van de gerechtelijke autoriteiten.
Een verdachte wordt nooit onder ede gehoord en er is dus geen rechtsplicht om de waarheid te zeggen.
Het zwijgrecht vloeit voort uit het beginsel van nemo tenetur prodere se ipsum, wat letterlijk "niemand is gehouden tegen zichzelf (bewijs) te leveren" betekent en het beginsel van 'nemo cogitur' wat "niemand wordt gedwongen (tegen zichzelf bewijs te leveren)" betekent.
Een verdachte wordt nooit onder ede gehoord en er is dus geen rechtsplicht om de waarheid te zeggen.
Het zwijgrecht vloeit voort uit het beginsel van nemo tenetur prodere se ipsum, wat letterlijk "niemand is gehouden tegen zichzelf (bewijs) te leveren" betekent en het beginsel van 'nemo cogitur' wat "niemand wordt gedwongen (tegen zichzelf bewijs te leveren)" betekent.
Situatie in Nederland
+
In Nederland heeft elke verdachte het recht te zwijgen op vragen van de politie, het OM of een rechter, tijdens verhoor of het onderzoek ter terechtzitting. Op 21 december 2012 oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dat het zwijgrecht blijft gelden voor oud-werknemers. Het CBb vernietigde de boetes die de NMA had opgelegd.
Op het zwijgrecht is een uitzondering van toepassing:
Op het zwijgrecht is een uitzondering van toepassing:
- Een verdachte moet meewerken wanneer er sprake is van "een aan de wil van de verdachte onafhankelijk goed" en er een wettelijke verplichting tot medewerking bestaat. Zo moet een verdachte bijvoorbeeld meewerken aan een bloedproef (bij een verdenking van alcoholgebruik in het verkeer). Of de verdachte moet meewerken aan het afstaan van bijvoorbeeld wangslijm, huidschilfers of haar ten behoeve van een DNA-test. Een dergelijke DNA-test kan alleen gedaan worden op verzoek van de officier van justitie en op bevel van de rechter-commissaris. Tevens moeten er ernstige bezwaren bestaan jegens deze verdachte en moet voorlopige hechtenis voor het vermeende delict toegelaten zijn.
Wetboek van Strafvordering
+Artikel 29:
- In alle gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord, onthoudt de verhoorende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft eene verklaring te verkrijgen, waarvan niet gezegd kan worden dat zij in vrijheid is afgelegd. De verdachte is niet tot antwoorden verplicht.
- Voor het verhoor wordt de verdachte medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden.
- De verklaringen van den verdachte, bepaaldelijk die welke eene bekentenis van schuld inhouden, worden in het proces-verbaal van het verhoor zooveel mogelijk in zijne eigen woorden opgenomen. De mededeling bedoeld in het tweede lid wordt in het proces-verbaal opgenomen.
Licentie: CC BY-SA 3.0 - Auteur(s): 146.188.101.186 - changed and improved by Noorland Juristen.
© Copyright 2007 - , Noorland Juristen