Home » News » Verhoor en Dwangmiddelen

Verhoor en Dwangmiddelen

by Dilana van der Bend

Verhoor en Dwangmiddelen

Verhoor

U mag als verdachte maximaal zes uur worden opgehouden voor verhoor. De tijd van 24.00 uur tot 9.00 telt niet mee.
Het verhoor vormt de basisactiviteit van de politie. Zoals eerder gezegd heeft u het recht om te zwijgen en moet de politie u wijzen op uw zwijgrecht. Verder is van groot belang dat
ook tussentijdse gesprekken, het kletspraatje in de politieauto of tijdens het luchten, kunnen worden gebruikt als bewijs. Ook verklaringen van gesprekken met medegedetineerde kan als
bewijs tellen. Zelf het openhartige gesprek met de reclassering kan bewijs opleveren.

Uw verklaring wordt door de politie opgenomen in een proces-verbaal. Deze processen verbaal spelen een cruciale rol in de uiteindelijke behandeling van uw strafzaak. Het is vrijwel
onmogelijk om nog terug te komen op een eerder afgelegde verklaring. Lees uw verklaring derhalve nauwkeurig door en laat zo nodig onder het verbaal zetten dat u het niet eens bent met
de inhoud of bewoordingen.

Ook is van belang dat de politie u geen beloftes kan doen of u op enige wijze onder druk mag zetten om een verklaring te krijgen. Veel voorkomend is de belofte dat u naar huis mag
indien u bekent. De politie gaat daar niet over en een dergelijke opmerking is zinloos. Daarnaast moet u goed met uw advocaat bespreken of het verstandig is om een verklaring af
te leggen.

U heeft verder het recht om verklaringen van anderen in te zien indien u daarmee wordt geconfronteerd.

Houdt er rekening mee dat er druk op u wordt uitgeoefend en dat dit binnen ruime grenzen ook wordt getolereerd. Uw zwijgrecht is er niet voor niets.

Inverzekeringstelling

Wanneer de politie meer tijd nodig heeft voor het onderzoek, kan de verdachte in verzekering worden gesteld door de (hulp-)Officier van Justitie. Dit kan voor een periode van
drie dagen. Binnen deze drie dagen moet de verdachte worden voorgeleid aan de rechter-commissaris. Tijdens deze voorgeleiding toetst de rechter-commissaris of de aanhouding en
inverzekeringstelling van de verdachte rechtmatig is geweest. Is dit niet het geval dan beveelt de rechter-commissaris de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.
De officier van justitie kan tegen het bevel van de rechter-commissaris in beroep komen. In dit geval zal de raadkamer van de rechtbank de zaak nogmaals beoordelen. Als de
aanhouding en inverzekeringstelling rechtmatig worden bevonden kan de officier van justitie, als daar dringende noodzaak voor is, de inverzekeringstelling met 3 dagen verlengen.
In veel gevallen valt het moment van de toetsing door de rechter-commissaris samen met de vordering tot inbewaringstelling.

Van belang is om te onderkennen dat de inverzekeringstelling plaatsvindt in de cel op het politiebureau. Laat schone kleren, tandpasta, boeken, sigaretten etc. afgeven op het bureau.
Slippers (geen veters) en trainingsbroek (geen riem of touw) vormen de dresscode in de politiecel.

Bij een inverzekeringstelling krijgt u een advocaat toegewezen een zogenaamde piketadvocaat. Dit is een advocaat die op die dag dienst alle in verzekering gestelde verdachten opzoekt.
Dit kan een ervaren strafrechtadvocaat zijn maar ook een beginnende stagiaire. Van belang is dat de piketadvocaat niet alleen met u praat maar hij of zij al wat
informatie probeert te krijgen over de achtergrond van de zaak via overleg met
bijvoorbeeld de politie.

Bewaring

De Officier van Justitie kan bij de voorgeleiding van de verdachte aan de rechter-commissaris vragen om de verdachte in bewaring te stellen. Dit is het geval indien er ernstige
bezwaren zijn gerezen omdat u zich aan bepaalde strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. Dit moet verder worden onderbouwd met een aantal gronden. Als de rechter-commissaris dit verzoek
toewijst, kan de verdachte op bevel van de rechter-commissaris voor een periode van maximaal veertien dagen worden vastgehouden. Het oud Nederlandse woord voor dit soort verzoeken
van de Officier van Justitie aan (onder andere) de rechter-commissaris is ‘vordering’. Omdat dit woord nog steeds in de wet gebruikt wordt, noemt men het schriftelijke verzoek van
de Officier van Justitie om een verdachte in bewaring te stellen een ‘vordering tot inbewaringstelling’. Bij de bewaring gaat u zo snel mogelijk naar een huis van bewaring.

Gevangenhouding

Na veertien dagen eindigt de inbewaringstelling. Vindt de officier van justitie dat de verdachte langer in voorlopige hechtenis moet blijven, dan zal hij de raadkamer van de rechtbank
om een bevel tot gevangenhouding vragen. De verdachte wordt wel in de gelegenheid gesteld om zijn mening te geven. Het hieruit volgende bevel tot gevangenhouding geldt voor een periode
varirend van 30 tot 90 dagen. In geval de raadkamer van de rechtbank een bevel geeft voor een periode van 30 of 60 dagen, kan dit (telkens) worden verlengd, nadat de strafzaak van de
verdachte weer is beoordeeld door de raadkamer van de rechtbank, totdat de verdachte in totaal de volledige 90 dagen van de gevangenhouding in hechtenis heeft doorgebracht. Binnen deze
termijn moet de strafzaak van de verdachte door de rechtbank zijn behandeld. Dat hoeft nog geen inhoudelijke behandeling te zijn: vaak zijn er n of meer pro-formazittingen waar de
zaak wordt aangehouden en waarmee automatisch de voorlopige hechtenis wordt verlengd. Zolang de strafzaak duurt kan de verdachte in voorlopige hechtenis blijven. Deze duur is echter
beperkt tot de redelijke termijn van de behandeling van de zaak, zoals gesteld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

You may also like